Skip to content

Verkeerde richting

Publiciatie datum: 31 mei 2013

In de Hali (Spring 2013) staat een achtergrondartikel over de stand van zaken en dilemma’s in ‘Oosters’ tapijtenland. Er staan veel waarheden in, maar ik ben het niet overal mee eens. Desondanks heb ik het getracht te vertalen.

De verkeerde richting onder ogen zien

Volgens Colin Wilde is de fixatie op het ouderwetse woord ‘Oosters’ een voorbeeld dat de tapijtindustrie de nieuwe realiteit nog steeds niet onderkent.

Het wordt hoog tijd dat we de term ‘Oosters’ eens laten vallen, een term die al sinds de middeleeuwen enigszins kleinerend wordt gebruikt voor alles ten Oosten van Istanbul. Het volstaat echter niet meer en is volstrekt ontoereikend om een groot continent als Azië te omschrijven.

Helaas heeft echter niemand dit de tapijtwereld verteld en wordt het Oosterse label op bijna alle tapijten geplakt. Dit is overigens geen verassing voor de mensen die deze industrie van binnen uit kennen. Al sinds de bronstijd zijn tapijten als kunstvorm weinig veranderd in stijl of vorm. En dat is dan ook meteen het probleem. We zitten vast in een historische sleur van ruim 3000 jaar. Zijn tapijten een een kunstvorm of een decoratie aanhangsel? We zitten gevangen tussen vorm en functie, zijn tapijten bedoeld als kunst of als vloerbedekking?

Op enkele uitzonderingen na zijn de meesterknopers door de geschiedenis heen grotendeels onopgemerkt gebleven, slecht beloond en naamloos verdwenen. Als het arme familielid van de creative kunsten heeft de tapijtindustrie geen enkele Leonardo, Monet of Matisse voortgebracht. Er zijn ook geen grote doorbraken geweest die zijn te vergelijken met het Impressionisme of Abstracte kunst.

Geweven meesterwerken zijn verspreid over de hele wereld in musea te bewonderen en brengen vreugde aan velen, maar grote tapijt relikwieën zijn er helaas weinig. Het is een wonder te noemen dat de tapijtknoopkunst het überhaupt heeft overleeft. Tot voor kort is er maar weinig veranderd en het oude ambacht is langzaam aan het verdwijnen. De knopers hebben hun weefgetouwen en dorpen achtergelaten en zijn naar de grote steden getrokken op zoek naar beter betaalde banen. Het arbeidsintensieve knopen verplaatst, net als andere productievormen, naar de plek waar de arbeid het goedkoopst is. In deze zoektocht om de productiekosten te verlagen, wordt vaak aan kwaliteit ingeboet. Eenmaal verdwenen, kan het lang duren voordat de vaardigheden op het oude niveau komen, als het al lukt.

Turkije is een klassiek slachtoffer van de moderne markteconomie. Het land ontwikkeld zich in een hoog tempo waardoor de arbeidskosten stijgen en het eigenlijk onmogelijk wordt om daar nog tapijten te produceren. Maar er is nog een veel subtielere bedreiging voor het voortbestaan van handgemaakte tapijten, het ontbreken van klantgericht denken. De knopers en ontwerpers weigeren écht te luisteren wat de klanten willen. De stijlen, designs en patronen worden gedachteloos gereproduceerd terwijl ze soms beter geschikt zijn voor 18de eeuwse moskeeën en nomadententen dan voor Westerse woonkamers.

De realiteit is dat veel mensen minder geïnteresseerd raken in het ‘Oosters’ tapijt, ze zouden ook wel gek zijn als ze dat doen. Tapijten worden ontworpen in bijvoorbeeld Denver en geknoopt in China, India of Nepal met in Duitsland geverfde Nieuw-Zeelandse wol. Er is niets mis met het eindproduct, maar omdat het wordt verkocht in Turkije is het nog geen Turks tapijt.

Westerse winkels kopen niet meer in Turkije vanwege de kosten en niet in Iran vanwege het verouderd design en de handelsembargo’s, zelfs niet de vanuit het Westen opererende Turkse en Iraanse dealers. Ze gaan naar de knoperijen in India en Pakistan, of in toenemende mate in Afghanistan.

De problemen in de tapijthandel worden verergerd door een mate van struisvogelpolitiek. De boodschap is duidelijk; als de tapijtindustrie geen inhaalslag maakt en zich aanpast, is deze ten dode opgeschreven. Gelukkig zijn de tekenen van verandering zichtbaar, waarbij de volgende generatie in de handel opstaat en de ‘ketenen van traditie’ afwerpen. In de tussentijd is het wachten op Picasso.

Meer nieuws