Van 8 oktober 2014 tot 11 januari 2015 is er een overzichtstentoonstelling in het Metropolitan Museum of Art in New York van een beroemde -bijna- naamgenoot die toevalligerwijs ook nog eens ‘iets’ met tapijten had, Pieter Coecke Van Aelst.

Tapestry (wandkleden) is een fascinerende kunstvorm die helaas vaak over het hoofd wordt gezien in de kunstgeschiedenis. Als je de standaardwerken over de geschiedenis van de Europese kunst bestudeerd, gaat het vaak over de schilders, beeldhouwers en architecten. Het ontbreken van wandtapijten in het verhaal van de kunstgeschiedenis is geen juiste weerspiegeling van het belang van het ‘medium’ in het vormgeven en definiĆ«ren van de stijl van sommige van de meest invloedrijke kunstenaars. RafaĆ«l en Rubens bijvoorbeeld behoren tot de meest uitzonderlijke schilders, hun ontwerpen voor wandtapijten zijn net zo opmerkelijk. In het bijzonder tijdens de Renaissance waren tapijten de belangrijkste figuratieve kunst met de rijkste patronen. Derhalve was het ook kunstvorm waarin de meest vooraanstaande kunstenaars beoefenden.

Het Metropolitan Museum of Art eert de opmerkelijke kunstenaar Pieter Coecke van Aelst (1502-1550) nu met een overzichtstentoonstelling. Coecke was een echte Renaissance meester en beheerste meerdere disciplines. Hij bereikte een grote faam in zijn leven, hoewel de literatuur de overweldigende genialiteit van zijn tapijtontwerpen wordt vaak overgeslagen ten gunste van zijn paneelschilderijen en tekeningen. De tentoonstelling geeft een langverwachte herbeoordeling van Coecke’s prestatie en zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de noordelijke renaissance.
