Skip to content

Breda’s wandtapijt ‘Land uit water’

Publiciatie datum: 16 augustus 2014

Geschreven door Laurens Siebers (1974 – 1980 stafmedewerker beeldende kunst cultureel centrum De Beyerd)

Het was Theo van Velzen, de eerste directeur van Cultureel Centrum De Beyerd, die namens (en in dienst van) het gemeentebestuur het initiatief nam tot de opdracht aan de Franse kunstenaar Henri-Georges Adam. Van Velzen, kunsthistoricus, eindigde zijn loopbaan als directeur van het Haags Gemeentemuseum. Hij had goede contacten in de kunst-wereld en adviseerde het gemeentebestuur van Breda betreffende het kunstbeleid. In een tijd dat de samenleving de vruchten kon plukken van de eerste wederopbouwronde na de oorlog. De tijd van uitvoering van grote infrastructurele projecten zoals stadsuitbreiding, sport & recreatie, cultuur, bestuur.

Op het gebied van beeldende kunst adviseerde Van Velzen het gemeentebestuur de volgende verzamelgebieden: beelden in de openbare ruimte, kunst bestemd voor openbare gebouwen (zoals het nieuw te bouwen stadhuis, nieuwe schouwburg en congrescentrum, civic center genaamd) en tenslotte een collectie negentiende eeuwse kunst.

Dit laatste was toen een vewaarloosd verzamelgebied binnen de Nederlandse Musea en Breda zou hiermee op relatief voordelige wijze een toonaangevende historische verzameling kunnen opbouwen. Als onderdeel ‘kunst openbare gebouwen’ maakte Van Velzen daarbij een aantekening dat de tijd er naar was om een goede verzameling representatieve wandtapijten op te bouwen. De na-oorlogse tapisserie-kunst was op een hoogtepunt, met name in Frankrijk.

Zo kwam het dat het gemeentebestuur instemde met een opdracht aan de Franse graficus-beeldhouwer Henri-Georges Adam, in zijn tijd toonaangevend. Hij voerde veel representatieve opdrachten uit voor de Franse overheid en ook kerkelijke opdrachten (glasramen). Op internet heb ik wat nagetrokken over Adam en dat liegt er niet om. Twee thema’s zijn voor zijn oeuvre kenmerkend: natuurkracht en het werken in zwart-wit en grijstinten. Kleur vond hij maar afleiden. Eén van zijn grootste uitgevoerde werken in Frankrijk is zijn beeld aan het water van Le Havre: Le Signal. Nee, Adam was niet bang voor grote formaten.

Zo is er een reeks wandkleden naar zijn ontwerp uitgevoerd. Veelal op het thema zand (sable) en water (eau). Adam was blijkbaar een mens van het strand en de horizon. In deze reeks past de Bredase opdracht. Hij kwam hiervoor speciaal naar Breda en bezocht met Van Velzen de Biesbosch. Blijkbaar op een winderige, sombere, echte Hollandse dag. Dit werd voor hem het thema Land uit Water. Aan de hand van dertig schetsen werden de cartons (tekeningen op waar formaat) getekend op een formaat van 2,5 x 10 meter! Het wandtapijt is uiteraard geweven in de ateliers in Aubusson (Frankrijk).

Theo van Velzen was zo slim om het kleed – in afwachting van een definitieve plaats – voor te bestemmen voor zijn vernieuwde zaal in De Beyerd (maison de la culture). Een zaal voor lezingen, concerten en later vooral bekend als de Beyerd bioscoop (cinema d’art). Veel gegevens – ook een foto van de zaal – staan in de bijlage van Breda’s Museum en zijn te vinden op internet. Dit zoeken op internet is een sport apart en het valt me op dat er nergens in zijn oeuvre of overzichten de Nederlandse of Bredase opdracht wordt genoemd, behalve in de Bredase catalogus in de antiquarische boekhandel. De hedendaagse kunsthandel biedt wel zijn grafisch werk en klein sculptuur aan.

Henri Georges Adam overleed aan een hartaanval op 27 augustus 1967, dus vijf jaar na oplevering van het Bredase kleed. Vijftig jaar na oplevering van het Bredase kunstwerk en 110 jaar na zijn geboorte is Adam vergeten. Zijn lineatuur doet nu erg gedateerd aan. Het past niet meer in deze tijd. Dit neemt niet weg dat het werk van Henri Georges Adam getuigt van een tijdgeest dat zeker aan herwaardering toe is. Het is de ‘verdienste’ van de vijfde Beyerd-directeur in opvolging, Frank Tiesing, dat hij rond 1982 – in het kader van zijn opdracht van het gemeentebestuur om een centrum voor hedendaagse kunst op te zetten – het gebouw heeft aangepast en uiteindelijk vrijwel terstond het kleed naar de kelder van de Sociale Dienst verwees. Daar werd het na liquidatie van de Beyerd en veiling van de Beyerd-collectie door het Breda’s Museum geadopteerd. Het was toen al vergeten en ontsnapte zo gelukkig aan de liquidatie-zucht en verkoop. Zelf doet het me denken aan Picasso’s ‘Guernica’ (Adam en Picasso waren overigens tijdgenoten). Heel toepasselijk verscheen vrijwel naast deze kelder het beeld ‘Het offer van Isaak’.

Ruim vijftig jaar na oplevering kunnen we een balans opmaken. Van deze vijftig jaar hing het twintig jaar op zaal, ligt het dertig jaar in depot. Het Breda’s Museum heeft het tussentijds gecontroleerd op de staat waarin het verkeert, ‘in prima staat’ luidde het oordeel. Nee, de ruimte waar het tot zijn recht kan komen is er gewoonweg niet, niet te vinden. Of liever gezegd, de wil is er niet.Voor monumentaal textiel is deze omstandigheid optimaal: niet blootgesteld aan veel daglicht en opgerold, zodat het niet kan gaan uithangen of vouwen.

Voor veel Bredanaars (maar dan moet je wel drie generaties geleden geboren zijn) is dit wandtapijt een sentiment. Voor de kunstwereld een vergeten topper. Zelfs in Frankrijk – op wellicht een enkele specialist na – weet men niet meer dat het bestaat. Stiekem ben ik toch benieuwd wat de opbrengst nu zou zijn bij een veiling!

Met dank aan het Breda’s Museum.

Laurens Siebers

Meer nieuws